336

 

  tekst uitgesproken bij uitvaart (4)



(meer)


 335

 

  tekst uitgesproken bij uitvaart (3)



(meer)


 334

 

  tekst uitgesproken bij uitvaart (2)



(meer)


 333

 Huub.

Hoed, regenjas, sjaal, gauloises, zippo, zakmes, geldklem en pennenset.
We zijn hier allemaal met onze eigen gedachten, ons eigen gevoel voor hem. Huub wordt, is, herinnering. We willen er niet aan, maar we zullen wel moeten.

(meer)


 332

 

woensdag 22 november

De volgende morgen wordt Huub gehaald. Er komen mannen, Huub van het uitvaartbedrijf regelt alles, mijn vriend de aflegger helpt me.

(meer)


 331

 

dinsdagnacht 21 november

Ik zal nooit echt aan iemand uit kunnen leggen hoe mooi dit is.

(meer)


 330

 

dinsdagnacht 21 november

Dit is de laatste nacht dat hij hier is, thuis is, dat zijn lichaam hier is. Als iedereen eindelijk weg is, zijn we voor het laatst samen alleen.

(meer)


 329

 

zondagnacht 19 november

's Nachts ben ik weer alleen met Huub. Zondagnacht. Tweede nacht.

(meer)


 328

 (het vervolg, omdat het moest want ik wil dit niet vergeten, een paar dagen later geschreven)

(meer)


 327

 

zaterdagnacht 18 november

Ik besef dat ik alleen nog maar afscheid kan nemen.

(meer)


 326

 

zaterdagnacht 18 november

Het is zaterdagnacht halfdrie. Het regent buiten. Ik zit bij Huub.

(meer)


 325

 

zaterdagnacht 18 november

Laat op de avond, eigenlijk al nacht, loop ik naar boven. Ik kom op onze slaapkamer, waar ik al weken niet meer ben geweest.

(meer)


 324

 

zaterdagnacht 18 november

Het intense verhaal van de afgelopen weken is uit. Ik zal straks uit onze onderzeeër moeten komen en een nieuw leven moeten beginnen.

(meer)


 323

 

zaterdagnacht 18 november

Dank je, lieve jongen. Voor wie je was. Ik vind dat ik het goed heb gedaan. Ik vind dat jij het goed hebt gedaan. We zijn uit elkaar, Huub.

(meer)


 322

 

zaterdagnacht 18 november

Het is nu diep in de nacht. Huub en ik zijn alleen in de kamer.

(meer)


 321

 

zaterdagavond 18 november

Huub is bij mij gestorven, in alle rust, op het einde van het pad.

(meer)


 320

 

zaterdagavond 18 november

Als mijn vriend de aflegger komt, moet ik stoppen met mensen bellen.

(meer)


 319

 

zaterdagmiddag 18 november

En dan de grote niet te vermijden belronde. Ik moet gaan aanzeggen.

(meer)


 318

 Ik zat stil naast Huub.

(meer)


 317

 

zaterdagmiddag 18 november

De huisarts ging aan tafel heel huiselijk de papierwinkel in zitten vullen en ik hing maar een beetje rond.

(meer)


 316

 

zaterdagmiddag 18 november

Ik heb je beloofd, Huub, dat ik mijn hoofd erbij zou houden.

(meer)


 315

 

zaterdagmiddag 18 november

Ik vertelde Camiel dat het over was, maar wilde van hem het woord dood niet horen.

(meer)


 314

 

zaterdagmiddag 18 november

Wat er nou precies gebeurde, weet ik niet. Het overviel me toch nog, al wist ik wel dat het gebeurde.

(meer)


 313

 

zaterdagmiddag 18 november

Camiel was het laatste uur steeds in de buurt.

(meer)


 312

 

zaterdagmiddag 18 november

Het werd eigenlijk al snel moeilijk voor hem.

(meer)


 311

 

zaterdagmiddag 18 november

Dan zijn we alleen.

(meer)


 310

 

zaterdagmiddag 18 november

En dan?

(meer)


 309

 

zaterdagmiddag 18 november

Ik zit naast mijn man en moet me klaarmaken voor zijn sterven. Maak me klaar voor zijn sterven. Voor hem loslaten. Ik wacht tot halfeen en bel de dokter.

(meer)


 308

 

zaterdagmorgen 18 november

Er komt nog een kruiszuster langs, ik ken het hele mens niet, die eigenlijk vindt dat het onderlaken terug op het bed moet.

(meer)


 307

 

zaterdagmorgen 18 november

(het volgende 's nachts opgeschreven om 0:30 uur)

(meer)


 306

 

zaterdagmorgen 18 november

Ik zit naast hem en kijk naar hem. Hij slaapt en is ontspannen.

(meer)